Remvloeistof
Afvoeren remvloeistof
Remvloeistof wordt gebruikt in een vrijwel alle motorvoertuigen, maar ook vliegtuigen, eigenlijk alles wat over hydraulische remmen beschikt. De remkracht wordt namelijk via deze specifieke remolie overgebracht op de remmen. AVISTA OIL kan voor u deze oude remvloeistof afvoeren. Wij beschikken over de juiste vergunningen om uw afgewerkte remolie milieuverantwoord af te voeren.
Oude remolie of remvloeistof afvoeren
Remolie is geen olieachtig product en derhalve mag het afvoeren van oude remvloeistof niet in eenzelfde lading met bijvoorbeeld afgewerkte olie. Wilt u advies over de inzameling van oude remvloeistof of gelijk een opdracht inplannen? Neem dan contact met ons op.
LAP2 over oude remvloeistof of remolie afvoeren
I Afbakening (van o.a. afvoeren oude remvloeistof)
Een oplosmiddel is een vluchtige organische stof die alleen of in combinatie met andere stoffen wordt gebruikt om o.a. grondstoffen, producten of afvalmaterialen op te lossen of om als schoonmaakmiddel verontreinigingen op te lossen. Andere functies kunnen bijvoorbeeld zijn verdunner, dispergeermiddel, weekmaker, conserveermiddel of middel om de viscositeit of oppervlaktespanning aan te passen. Ook mengsels van oplosmiddelen zijn oplosmiddelen. De samenstelling van het in het afvalstadium geraakte oplosmiddel is sterk afhankelijk van de samenstelling van het oorspronkelijke oplosmiddel en de bij de toepassing vrijgekomen verontreinigingen. De verontreinigingen kunnen zowel van organische aard als van anorganische stoffen aard zijn. Alleen afvalstoffen die voor meer dan 50% (m/m) bestaan uit halogeenarme koolwaterstoffen en/of glycolen vallen onder de reikwijdte van dit sectorplan.
Halogeenarme oplosmiddelen bevatten maximaal 4% halogenen (som fluor, chloor, broom en jood) en tevens maximaal 0,5% fluor (alles bedoeld als m/m en ‘as received’). Glycolen zijn koolwaterstoffen die geen VOS28 bevatten.
In dit sectorplan wordt de term ‘halogeenarme oplosmiddelen’ verder gebruikt als verzamelbegrip voor zowel halogeenarme oplosmiddelen als glycolen.
II Minimumstandaard voor verwerking (van o.a.
Een halogeenarm oplosmiddel is regenereerbaar, indien:
a de hoeveelheidsgrens van 1000 liter per afgifte wordt overschreden; en
b het oplosmiddel minimaal 60% destillaat oplevert; en
c het een monostroom29 betreft; en
d de prijs van destillatie voor de ontdoener niet hoger is dan € 175,- per ton 28 Een vluchtige organische stof (VOS) is een organische verbinding die bij 293,15 K een dampspanning van 0,01 kPa (0,1 mbar) of meer heeft of onder de specifieke gebruiksomstandigheden een vergelijkbare vluchtigheid heeft. 29 Zie voor “monostroom” de begrippenlijst van het LAP Versie van 3 december 2014 Landelijk afvalbeheerplan 2009 – 2021 Pagina 157 van 201 Voor halogeenarme oplosmiddelen die niet aan één van de drie onder a, b en c genoemde criteria voldoen, bestaat geen verplichting om te toetsen aan criterium d. De oplosmiddelen die wel aan deze drie criteria voldoen zijn potentieel destilleerbaar.
De minimumstandaard voor het verwerken van regenereerbare halogeenarme oplosmiddelen is destilleren met het oog op recycling. Verbranding in de vorm van hoofdgebruik als brandstof van halogeenarme oplosmiddelen die aan de onder a, b, c en d genoemde criteria voldoen, is uitsluitend toegestaan mits:
1. is aangetoond dat recycling niet mogelijk is, en
2. de inzet geschiedt binnen inrichtingen waarin emissiebeperking is gereguleerd in specifieke regelgeving en/of daarop gebaseerde vergunningen. Het voorgaande betekent dat verwerken van halogeenarme oplosmiddelen tot of in brandstoffen voor motoren van voer- en vaartuigen niet is toegestaan. Hiertoe worden in vergunningen van verwerkers van halogeenarme oplosmiddelen zo nodig sturingsvoorschriften opgenomen om afzet als brandstof voor motoren van voer- en vaartuigen te voorkomen.
De minimumstandaard voor het verwerken van niet-regenereerbare halogeenarme oplosmiddelen is verbranden in de vorm van hoofdgebruik als brandstof binnen inrichtingen waarin emissiebeperking is gereguleerd in specifieke regelgeving en/of in een omgevingsvergunning waarin waarborgen voor mens en milieu kunnen worden vastgelegd. Het voorgaande betekent dat verwerken van niet-regenereerbare halogeenarme oplosmiddelen tot of in brandstoffen voor motoren van voer- en vaartuigen niet is toegestaan. Hiertoe worden in vergunningen van verwerkers van niet-regenereerbare halogeenarme oplosmiddelen zonodig sturingsvoorschriften opgenomen om afzet als brandstof voor motoren van voer- en vaartuigen of andere mobiele toepassingen of inzet buiten inrichtingen te voorkomen.
Zie voor verdere informatie Sectorplan 67 (onderdeel Landelijk Afval Plan LAP).